Laura E. De Wit
Feikje van Stiphout
Sanne A. Groeneveld
Rutger J. Hassink
Douwe Dekker
Citeer dit artikel als
Ned Tijdschr Geneeskd. 2021;165:D5725
Abstract
Abstract
Psychotropic drugs and QTc prolongation
Assessment of the risk for arrhythmias requires knowledge of QTc interval prolonging drugs and baseline clinical risk factors for QTc prolongation. The combination of both determines whether ECG-monitoring is necessary at the start of a psychotropic drug. In this article, we summarize current literature regarding appropriate methods of calculating the QTc interval, risk factors for QTc prolongation and QTc-prolonging psychotropic drugs.
The frequency of cardiac monitoring for patients receiving psychotropic drugs should be individually determined, based on the prescribed agent(s) and additional risk factors for TdP. In patients without baseline clinical risk factors for QTc prolongation or cardiac arrhythmias, starting a single psychotropic drug with a low risk profile, ECG-monitoring might not be necessary.
Conflict of interest and financial support: none declared.
Samenvatting
- Psychofarmaca kunnen het QTc-interval verlengen. Een verlengd QTc-interval kan in zeldzame gevallen leiden tot gevaarlijke ventriculaire hartritmestoornissen, zoals torsade de pointes (TdP).
- Een QTc-interval is verlengd als deze groter is dan 460 ms bij vrouwen of groter dan 450 ms bij mannen.
- Er is actie vereist bij een QTc-interval groter dan 500 ms, of bij een toename van het QTc-interval met meer dan 60 ms.
- Inschatting van het risico op ritmestoornissen vereist kennis over geneesmiddelen die het QTc-interval kunnen verlengen enerzijds en over patiëntgebonden risicofactoren voor QTc-intervalverlenging en hartritmestoornissen anderzijds. De combinatie van beide bepaalt of ecg-monitoring nodig is wanneer een patiënt met een psychofarmacon begint.
- Bij patiënten zonder risicofactoren op QTc-intervalverlenging of hartritmestoornissen hoeft geen ecg te worden gemaakt wanneer zij beginnen met een enkel psychofarmacon met een laag risicoprofiel.
Artikelinformatie
Aanvaard op
Citeer dit artikel als
Ned Tijdschr Geneeskd. 2021;165:D5725
Vakgebied
Geneesmiddelen
GGZ
Hart en vaten
Ouderen
Auteursinformatie
St. Antonius Ziekenhuis Utrecht, afd. Psychiatrie, Utrecht: drs. L.E. De Wit, psychiater en klinisch farmacoloog in opleiding. Meander Medisch Centrum, sectie Geriatrie/Interne Geneeskunde/MDL, Amersfoort: dr. F. van Stiphout, internist ouderengeneeskunde en klinisch farmacoloog. UMC Utrecht, Utrecht, afd. Interne geneeskunde: dr. D. Dekker, internist acute geneeskunde en klinisch farmacoloog; afd. Cardiologie: drs. S.A. Groeneveld, arts-onderzoeker; dr. R.J. Hassink, cardioloog-elektrofysioloog.
Contact L.E. de Wit (le.de.wit@antoniusziekenhuis.nl)
Belangenverstrengeling
Belangenconflict en financiële ondersteuning: geen gemeld.
Auteur | Belangenverstrengeling |
---|---|
Laura E. De Wit | ICMJE-formulier |
Feikje van Stiphout | ICMJE-formulier |
Sanne A. Groeneveld | ICMJE-formulier |
Rutger J. Hassink | ICMJE-formulier |
Douwe Dekker | ICMJE-formulier |
Dit artikel is gepubliceerd in het dossier
Farmacotherapie
Heb je nog vragen na het lezen van dit artikel?
Check onze AI-tool en verbaas je over de antwoorden.
ASK NTVG
Ook interessant
- Meer gerelateerd …
Reacties
Login om een reactie te plaatsen
Hoog-risico middelen
In tabel 2 staan dat er geen hoog risico middelen beschreven zijn in de door de KNMP gemaakte indeling. De KNMP noemt hier echter amiodaron, sotalol en erytromycine in een dosering groter dan 1.000 mg per dag.
Zie:https://www.pw.nl/achtergrond/2018/drie-categorieen-en-nieuwe-adviezen-…
Beste Collega,Dank voor uw
Beste Collega,
Dank voor uw reactie! Klopt, er zijn absoluut hoogrisicomiddelen aan te wijzen. In dit artikel beperken we ons totpsychofarmaca en het QTc-interval. Die kolom hebben we leeg gelaten, omdat er bij ons weten geen psychofarmaca zijn met een hoog risico (>60ms)op QTc-verlenging. Sotalol, amiodaron en erytromycinezijn bekende QTc-verlengers, maar geen psychofarmaca, vandaar.
Hartelijke groet,
Laura De Wit
risicofactoren en beslisboom
Ik mis in de risicofactoren een hoge dosering (hoger dan de norm) van een QTc-tijd verlengend middel. Daarnaast ben ik benieuwd of het risico van vrouwelijk geslacht boven de >52 jaar niet meer aanwezig is, omdat er vrouwelijke geslachtshormonen achter staat.
Hoe moet de beslisboom gelezen worden wanneer er 2 QTc-verlengende middelen worden gebruikt, bijvoorbeeld met een laag en hoog risico middel? Als er met een laag risico middel begonnen wordt in de beslisboom, dan heb je niet de keuze om een hoog risico middel toe te voegen. Moet altijd begonnen worden met het middel met het hoogste risico in de beslisboom?
Tot slot de casus: mw gebruikt citalopram (middelhoog risico) en heeft risicofactoren in de vorm van leeftijd en geslacht. Ik zou dan uitkomen bij het maken een ECG bij toevoeging van haloperidol lage dosis (onafhankelijk of ik start bij laag risico of middelhoog risico). Lees ik de beslisboom verkeerd?
Met vriendelijke groet,
René Dull, apotheker